Natuurlijk tuinieren
Natuurlijk Tuinieren
Onze vereniging is zowel plaatselijk, regionaal als landelijk een voortrekker op het gebied van Natuurlijk Tuinieren. Het doel van Natuurlijk Tuinieren is het stimuleren van natuurvriendelijk beheer, onderhoud en inrichting van het tuinenpark, tuinen en stedelijke groengebieden om zo de ecologische kringloop en de biodiversiteit in stand te houden. Onder auspiciën van het AVVN wordt jaarlijks het Nationaal Keurmerk Natuurlijk Tuinieren uitgereikt. Eigen Arbeid heeft op dit moment de hoogste aantal punten voor het Nationaal Keurmerk Natuurlijk Tuinieren .
Elke maandagochtend werkt een team enthousiaste vrijwilligers aan zoveel mogelijk natuurlijke elementen op ons complex. Het team heeft al veel mooie en nuttige elementen verzorgd zoals de paddenpoel, een vlinder- en insectentuin, insectenhotels en takkenrillen. Maar ook een bosontdekpad, door de kinderen vaak het kabouterpad genoemd, het natveenlandschap en een boerentuin bij de Stal.

Paddepoel
Wat is natuurlijk tuinieren?
Natuurlijk tuinieren betekent de natuur gecontroleerd haar eigen gang te laten gaan.
Natuurlijk tuinieren betekent meer dan alleen zo min mogelijk gif gebruiken in de tuin. De tuin, of in ons geval het openbare groen, wordt zo ingericht dat deze een grote aantrekkingskracht uitoefent op dieren. In een natuurlijk aangelegde en onderhouden tuin ontstaat vanzelf een grote biodiversiteit. Dieren komen er naar toe en blijven er graag voor langere tijd, ook om zich voort te planten. Wie natuurlijk tuiniert houdt bij het onderhoud van zijn tuin rekening met de eisen en wensen van planten en dieren en laat de natuurlijke processen zoveel mogelijk de vrije loop.
Dat dit resultaten heeft, hebben we op ons complex al mogen constateren. Zo worden er regelmatig fretten gespot en in het verleden ook al diverse keren twee spierwitte hermelijnen.
Met natuurlijk tuinieren wordt snoeiafval opnieuw gebruikt. Denk daarbij aan gesnoeide takken die in takkenrillen worden verwerkt. Dit levert beschutting en nestelplekjes op voor veel dieren waaronder het winterkoninkje en het roodborstje maar ook egeltjes en andere kleine dieren.
De volgende projecten hebben de maandagochtend vrijwilligers, veelal in samenwerking met de werkbeurten, in onderhoud.
Boomgaard
Bij de ingang van het complex, achter De Stal is een boomgaard met hoogstambomen van bijzondere fruitsoorten.
De bomen zijn ons toevertrouwd door de Nationale Bomenbank, samen met strikte aanwijzingen voor verzorging. In de eerste jaren door hen gecontroleerd. Jaarlijks worden de bomen gesnoeid.
Strook nabij brievenbus
Deze strook is gecreëerd om de lelijke betonnen muur te verhullen. In het voorjaar wordt alles gesnoeid,
verder het gehele jaar geregeld onkruid verwijderen.
Boerentuin
De boerentuinen zijn gelegen voor en naast De Stal. In de 4 tuinen voor de Stal, die elk een andere kleur hebben, groeien insecten- en vlinder-aantrekkelijke planten. Naast De Stal zijn er twee kleinere boerentuintjes. In de winter groeien daar viooltjes, in de zomer begonia’s.
Leibomen
Tussen De Stal en de boerentuin staan er 4 grote leibomen. Ze zijn geplaatst door de gemeente bij het inrichten van ons complex. De bomen worden jaarlijks in januari gesnoeid.
Winterslaapplaats amfibieën
Aan de noordelijke zijde van De Stal vinden we een winterslaapplaats voor amfibieën. Deze door dakpannen bedekte beschutte plaats lig te midden van takkenrillen die door wilde bramen en hedera zijn overgroeid.
Grasweide
De weide voor De Stal is in het najaar van 2009 opnieuw gefreesd en gelijktijdig werden er 5000 wilde
krokusbollen geplant. Omdat in het voorjaar deze weide volop kansen tot ontwikkeling moet krijgen,
wordt hier tot 1 juni niet gemaaid. Na die tijd loopt de weide mee in het reguliere maairegime voor de
hoofdpaden en mag vanaf die datum ook dor kinderen worden gebruikt als speelgebied.
Paddenpoel met insectenmuur
De muur is opgebouwd uit diverse materialen waarin nestgelegenheden zijn voor insecten. Binnen de
dubbele muur is zand gestort. We hebben kunnen waarnemen dat hierin o.a. een hermelijn zijn mogelijke
woonstek heeft gevonden. Op de muur heeft zich, zonder onze tussenkomst, de muurleeuwenbek een
plaats veroverd. In de poeltjes nemen we o.a. salamanders waar en is zelfs de moerasorchis gesignaleerd.
Bos-ontdek pad en omgeving
Het bos-ontdek pad is gelegen naast ons verenigingsgebouw De Stal, door de kinderen vaak het ‘kabouterbos’ genoemd. Op diverse bomen zijn fraaie naambordjes te vinden. Naast de es en de berk, vinden we er o.a. ook de
lijsterbes, de vlier, appelbes, meidoorn, Gelderse roos en de egelantier. Op de grond laten we zoveel mogelijk
de natuur zijn gang gaan. Het pad wordt vrij gehouden van wildgroei en jaarlijks aangevuld met houtsnippers.
Bloemenweide
Jaarlijks wordt de bloemenweide ingezaaid. Het is elk jaar in de zomer weer een bloemenzee. Helaas de laatste jaren wat overwoekers door het heermoes. Er zijn in 2021 en 2022 heel veel verschillende bloembollen gepoot, waardoor er heel veel kleur is in het voorjaar.
De bijenkasten hebben een fraaie overkapping aan de achterzijde en zijkanten voorzien van wilgentak-schuttingen.
Bijenkasten en bloemenborder
De bijenkasten hebben een fraaie overkapping aan de achterzijde en zijkanten voorzien van wilgentak-schuttingen. Voor de bijenkasten is een vaste planten border aangelegd.
Brandnetelstrook
Brandnetels krijgen volop de ruimte rond de takkenrillen. De strook aan de overkant van de sloot bij de Jeu de Boules banen wordt niet gemaaid, waardoor een prachtige brandnetelstrook ontstaat.
Vele insecten zijn afhankelijk van de brandnetel, zoals dag- en nachtvlinders, wantsen, enkele slakken, cicaden, snuitkevers, glanskevers en bladluizen. Er komen ongeveer wel 50 vlindersoorten op de brandnetel voor. De brandnetel is onder de inheemse planten hét gewas dat voor het grootste aantal vlindersoorten als voedselplant dient. Vlindersoorten zoals landkaartje, dagpauwoog, atalanta, brandnetelmot, bruine snuituil en gehakkelde aurelia zijn bijna compleet afhankelijk van de plant.
Zij hebben allen de brandnetel als waardplant. Hierop leggen ze hun eitjes, verpoppen ze en eten als rups de bladeren.
Eendenvijver
Tegenover de grasweide ligt de zogenaamde eendenvijver. Het is een in 2002 ter plekke aangebrachte verbreding van de bestaande sloot met deels een flauw glooiend talud. In het midden van de vijver staat een eenden korf. AI sinds 2008 broedt er een meerkoet in de vijver en verpozen de zwanen en hun kroost er geregeld.
Grasborder
De grasborder in 2019 aangelegd tegenover de grasweide en zal een sierelement vormen dat mooi aansluit bij de eendenvijver. De bedoeling is dat hier uitsluitend grassen groeien.
Vlindertuin
De zonnige vlindertuin bevindt zich voor de tuinwinkel. Hier staan vooral planten waar vlinders, hommels en
allerlei bijen op af komen.
Compostvakken
Het kleinere groenafval en bladeren worden verzameld in compostbakken achter de tuinwinkel. Zo is er in elk
voorjaar veel compost beschikbaar. Groenafval wordt verzameld in de compostvakken en een paar keer
omgezet voor maximale compostering. Bladafval verteert in de bladkorven tot bladcompost. Beide types
compost verrijken de bodem van onze plantvakken.
Perenbomen
De perenbomen zijn bij toeval verkregen en op een rij tegenover de vlindertuin geplaatst. Elk jaar volop peren, die niet gepukt worden, ze zijn voor de vogels en de insekten.
IJsvogelwand
De ijsvogelwand bevind zich tussen de tuinen 146 en 147. Aangelegd met grote boomstronken die als wand
dienen. Regelmatig zien we ijsvogels langs de polder vliegen, maar ze hebben nog niet de bocht genomen
naar de wand. In het najaar wordt geheel bij de grond afgemaaid. De rest van het jaar laten we alles groeien zodat er een fraai stukje wildgroei ontstaat.
Nat veenlandschap
In veel opzichten een uniek stukje natuur. Middels een flauwe glooiing is een soort moerasachtig landschap
gecreëerd waarin bijzondere plantensoorten bijzonder goed gedijen. We zijn altijd weer blij als de ratelaar, de moerasorchis en de zwanenbloem gaan bloeien. Dat ze er gedijen, bewijst namelijk dat het biologisch evenwicht van deze strook gezond is. Ook deze vochtige omgeving vraagt om een zorgvuldig beheer om overwoekering door o.a. de rietsigaar te voorkomen. Vanaf de bankjes is het optimaal genieten van flora en fauna. Het is dan ook de plek waar menige wandelaar, maar ook tuinleden, een langduriger stop maken om van de voor- en achtergrond te genieten.
Brinken en knotwilgen
Op ons complex hebben we vrij veel knotwilgen. Niets Hollandser dan knotwilgen op een rij. Knotwilgen zijn geen aparte soort, maar danken hun vorm – een korte stam met een pruik van dunnere takken – aan mensenhanden. Welbeschouwd is de knotwilg een wonder van biodiversiteit. Tussen de takken wemelt het van de muggen en andere insecten. Insecten trekken vogels aan, zoals spreeuwen, mezen en boerenzwaluwen. Veel vogels vinden een broedplaats in de pruik van de wilg. De ontstane holten bieden onderdak aan allerlei kleine dieren zoals vogels
die er broeden en schuilen.
Bloeiende wilgen bieden voeding aan heel veel verschillende insecten. Vooral hommels zijn goede klanten, evenals mieren, vlinders en het wilgslakje.
Eeuwenlang werden wilgen geknot om boeren te voorzien van hout voor klompen, bezemstelen, hekken en de open haard. Die functie hebben de bomen al lang niet meer, maar eenmaal geknot dan moeten de bomen geregeld geknot worden. Als dat niet gebeurt, dan wordt de kruin te zwaar en zal de stam onder het gewicht van de pruik inscheuren. De boom gaat dan dood. Onze knotwilgen zijn inmiddels uitgegroeid tot echte trotse monumentale knotbomen. Vrijwel het gehele jaar een lust voor het oog en nuttig voor de dieren.
Wilgen knotten is eenvoudig, het is niet anders dan de boom ontdoen van zijn kruin, zodat hij daarna weer kan uitlopen. Maar het moet wel even gebeuren. De laatste jaren kregen we hulp van de scholieren van de Vrije school. Het is niet te verwachten dat zij ooit nog komen. De gemeente komt jaarlijks de grotere willen knotten. Zelf doen we de kleinere bomen. We hebben op ons complex meer dan 30 knotwilgen, waarvan de helft (om en om) geknot wordt. De takken worden van zijscheuten ontdaan en gebruikt voor de met wilgentakken gevlochten objecten. De
zijscheuten gaan op de takkenrillen.
Insectenmuur
De insectenmuur is gebouwd door de kinderen tijdens de 1e dag van de tuin in 2014. Door het gebruik van verschillende bouwmaterialen zijn er veel kieren en spleten waar de kleine dieren nestelen en schuilen. Ook
een eekhoorn is gesignaleerd op de muur. Een deel van de begroeiing is door ons geplaatst, andere planten zijn
aangewaaid, wat de bedoeling was. Helaas heeft de rechter wilg het begeven.
Kruidentuin
Tussen de tuinnummers 1 en 2 is er bij de rioolpomp een kruidentuin ingericht. Alle tuinleden mogen er kruiden plukken.
Insectenhotels
We hebben meerdere zogenaamde bijenflats en insectenhotels. De bijenflats bestaan uit een samenstelling van boomstammen waarin gaten zijn geboord van verschillende diameters en dieptes. Ze vormen bij herhaling een nestgelegenheid voor o.a. metselbijen en hommels. In de insectenhotels zijn allerlei materialen aangebracht.
Takkenrillen
Op het complex vinden we meer dan 600 meter takkenrillen. Zo’n 200 meter hiervan is te vinden rond ons parkeerterrein. En niet alleen takkenrillen. De bodem is er bedekt met uiteenlopende begroeiing. Waar we elders proberen de brandnetel te voorkomen. krijgt deze waardplant rond het parkeerterrein de volle ruimte. De resterende takkenrillen vinden we vooral in de bomensingel aan de Wassenaarse zijde van het complex. Het maken en in stand houden van takkenrillen is een ecologisch verantwoorde manier van verwerken van vrijgekomen snoeihout en dergelijke. De takkenrillen bieden een beschutte woonen voortplantingsgelegenheid voor kleine zoogdieren zoals egels, wezels en muizen. Vogels, waaronder het winterkoninkje en de heggenmus vinden er nest- en schuilgelegenheid. Door de aanwezigheid van insecten op en in het dode hout vinden ze er ook voedsel. Bepaalde amfibieën zoals de gewone pad overwinteren er graag.
Voor mossen en zwammen is een takkenril vanwege het in ontbinding zijnde hout vaak een gunstige plek. Vroeg in het voorjaar wordt er dikwijls gesnoeid op het complex en worden de takkenrillen weer opgehoogd.
Een takkenril wordt opgebouwd door 2 rijen palen die stevig in de grond staan of gestut door de stammen van de aanwezige bomen. De breedte is maximaal één meter. De takken die daarop gedeponeerd worden dienen van zijscheuten te worden ontdaan. Ook deze zijscheuten gaan op de rillen. De takkenrillen zijn een essentieel onderdeel van het natuurlijk tuinieren.
Takkenrillen zijn er ook in de individuele tuinen. Zelfs met een kleine takkenril kan men de voordelen meepikken van de verhoogde diversiteit en aanwezigheid van insecten, zoogdieren en vogels in de tuin.
Driehoek
Een klein tuintje op een kruispunt bij tuin 122. In het tuintje staan rododendrons, azalea’s, lavendel en allerlei andere vaste planten die goed tegen droogte kunnen en heel veel insecten aantrekken.
Nestkasten
Op het complex zijn er meer dan 34 nestkasten aanwezig. Ze hebben verschillende modellen en vliegopeningen zoals 28 en 32 mm. We lokken er halfholenbroeders, zwaluwen, boomkruipers en boomklevers enz. mee. Onze trots is de uilenkast (zie foto) De nestkasten worden elk jaar schoongemaakt en bij die gelegenheid wordt ook de bewoning genoteerd. Zowat 70 % is bewoond.
Wildgroeistroken
Naast de zijsloten zijn er stroken wildgroei. In de winter worden ze gemaaid, de rest van het jaar laten we de
natuur z’n gang gaan. Gevolg prachtige groenstroken met bij de meeste de Duivenvoordse- en Veenzijdsepolder op de achtergrond.
Onderhoud
Naast de genoemde projecten verricht de maandagmorgenpoeg op het complex veel snoeiwerk aan alle struiken in de algemene gedeelten. Vrijwel alle takken worden verwerkt in de takkenrillen.