Geschiedenis
Op 4 juli 1917 werd door een aantal Haagse politieagenten het initiatief genomen tot oprichting van een vereniging met als doel het verkrijgen en beheren van tuinen. Het schamele loon kon op deze wijze worden aangevuld met zelf gekweekte groenten en fruit. De vereniging kreeg de naam “De Tuinbouw”. Zij was daarmee de eerste vereniging op dit gebied in Den Haag. Niet voor lang, want amper vier maanden later vond de oprichting plaats van de Tuindersvereniging “Nut en Genoegen”. Enige tijd later werd, ongetwijfeld door de grote mate van zelfwerkzaamheid, de naam ‘De Tuinbouw’ gewijzigd in “Tuinbouwvereniging Eigen Arbeid”
Vijf keer verhuisd
Begin vorige eeuw was het geen uitzondering dat een tuinvereniging van locatie veranderde. De grond die de gemeente aanwees voor het tuinieren was op dat moment niet direct van nut. Maar zodra plannen voor de locatie zich ontwikkelde, werden de tuinen opgedoekt en uitgeweken naar een andere locatie waar iedereen weer opnieuw moest beginnen.
Zo startte de vereniging op de hoek van de Viaductweg en de Fruitweg met een echte politie-inspecteur als voorzitter. Tien jaar later diende de eerste verhuizing zich aan; de tuinen moesten plaats maken voor een HTM-garage. Aan de Adelheidstraat, hoek Schenkkade, konden de leden opnieuw beginnen. Volkstuinders en zeker die bij Eigen Arbeid zijn van nature doorzetters. Ondanks de crisisjaren waren ze toch niet geheel uit het lood geslagen toen in 1939 bleek dat er opnieuw moest worden verhuisd. Nu was de verplaatsing van de Blauwe Tram de boosdoener. Bovendien wilde de bekende Haagse voetbalvereniging VUC wel een speelveld. Om een beter tegenwicht te bieden aan de gemeente werd op initiatief van Eigen Arbeid en Nut en Genoegen in 1938 de Haagse Bond van Volkstuindersverenigingen opgericht. Mede dankzij dit krachtenveld werd er grond beschikbaar gesteld aan de Binckhorstlaan.
Met 62 leden werd daar nijver gearbeid. Al was het in het begin met de oorlog die ook in Nederland woedde, wel opletten geblazen. Want wanneer je een tuintje had, was je in die tijd een bofkont. Het bombardement op het Bezuidenhout had ook rechtstreekse gevolgen voor de vereniging. Het huis van de toenmalige secretaris werd vernield waarbij alle verenigingstukken zijn verbrand.
Na de oorlog kon men slechts zes jaar ongestoord tuinieren op deze locatie. Een deel van de leden moest hun tuin afstaan ten behoeve van nieuwbouw van de PTT. Een fusie werd aangegaan met buurvereniging ‘De Binkhorst’ De naam ‘Eigen Arbeid’ bleef voortbestaan. In 1960 werd de vereniging medegedeeld dat zij moest gaan wijken voor een emplacement voor Van Gend & Loos. Mede dankzij de inspanningen van de Haagse Bond kreeg de vereniging vervangende grond aan het Margarethaland. Maar liefst 75 tuinen kreeg de vereniging ter beschikking. Opnieuw moest er flink gepioneerd worden. Waren het hier ook vooral nog moestuinen, toch verschenen nu de eerste tuinhuisjes. Oude deuren en ramen waren daar bij uitstek de materialen voor. Ook toen al zag het bestuur toe op een behoorlijke afwerking.
Van groenten en fruit naar ontspannen en educatie
Het was niet meer alleen de heer des huizes die naar de tuin ging. Moeder en de kinderen gingen mee. Ongestoord buiten spelen en ondertussen ook leren respect te hebben voor de natuur. Amper acht jaar later dreigden opnieuw donkere wolken boven het hoofd. De Leidse Baan, een snelle autoverbinding van Den Haag naar Leiden moest worden aangelegd. Maar dat niet alleen. Ook de Verlengde Landscheidingsweg kwam weer uit de ontwerpkoker. Waar zou het kruispunt komen? Goed geraden. In de stromende regen hebben alle leden en veel buurtbewoners in 1969 geprotesteerd op het Binnenhof. En met succes. De Leidse baan werd geschrapt en de Verlengde Landscheidingsweg ging weer terug naar de ijskast waarin zij al sinds 1937 lag. Maar met de jaren veranderde ook het politieke inzicht.
Wethouder P. Vink
In 1982 laaide de discussie over de Verlengde Landscheidingsweg weer op. Helaas lag het complex in dat tracé. Met Haagse Bond en Eigen Arbeid werd overlegd over alternatieven. Tot medewerking waren we – zoals altijd- bereid, maar eens moest het een laatste verhuizing zijn. De toenmalige Haagse wethouder Piet Vink heeft zijn woord gestand gedaan. Hij vond dat de oudste tuindersvereniging van Den Haag recht had op een vaste plek. En zo is het gekomen dat de vereniging sinds 1 april 1984 haar complex heeft op de grens van Den Haag en Wassenaar in het beschermde natuurgebied Duivenvoordse- en Veenzijdsepolder. Aanvankelijk met 80 tuinen en in 1987 uitgebreid met nog eens 80 tuinen.
In goede samenspraak met gemeentelijke ambtenaren, een samenspraak die tot op heden voortduurt, is het complex ingericht als een vooral open tuinenpark dat tegelijkertijd dienst doet als openbaar groengebied.